Vanochtend gaf ik haar af. Voor drie dagen. “Maar” 3 dagen… Aan leerkrachten en mede-leerlingen, met een handleiding, een frigobox vol eten, drinken, medicatie, een overzicht, een lijst met regels, raad, tips, uitzonderingen, enz.
We hadden voordien al samengezeten, ik met het ‘begeleidingsteam’, om nog eens de ziekte uit te leggen. De misverstanden weg te werken, de symptomen en signalen toe te lichten. En dan komt het. Dat ogenblik waar je zo tegenop kijkt.
Dat ogenblik waarop je ze – want het kan… ooit – de slechtste situatie moet uitleggen. Die zo zware hypo (nvdr te lage suikerspiegel) waarvan ze stuipen kan krijgen.
Voor alle duidelijkheid, die hypo heeft ze nog nooit gehad. Maar je moet wel het leerkrachtenteam voorbereiden dat het kan gebeuren. Zeggen dat het er erger kan uitzien dan wat het is. Zeggen dat het een soort beveiliging is die de hersenen uitvoeren op haar lichaam. Zeggen dat de stress die dit op het lichaam uitvoert zal zorgen dat de hypo wel zal overgaan. Zeggen dat ze dan – in theorie – best door één van hen een prik moet krijgen. Maar dat een ambulance bellen ‘ook goed is’.
En daar is hij dan. Die blik. Die blik die we allemaal kennen. Die ene seconde waarop het iemand duidelijk wordt wat het “ook” kan zijn. En dan zwak je het zelf maar weer af tov die groep onbekenden die de komende dagen over uw uit-de-kluit-gewassen baby zullen waken: “als het dat maar is”.
Je doet het niet alleen. Je doet het samen, met je partner, met het medisch team, met mede-mama’s en papa’s die je van haar noch pluimen kent, maar die in dezelfde situatie zitten, soms ook met onbekenden en vreemden die toevallig de zorg van jouw kind tijdelijk toegewezen krijgen.
Je doet het met iedereen die dit niet alleen als een zielig verhaal zien, maar het gewoon zien voor wat het is.. Een dagboekpagina, het van je afschrijven van een bedenking, een privé-pagina in mijn leven die hier wel een plekje verdiende.
Gepubliceerd: 3/6/2018 op www.maisonslash.be | storytelling |